Fiscale bemiddeling inzake invordering: wat is de rol van de Fiscale Bemiddelingsdienst?

De Fiscale Bemiddelingsdienst werd opgericht in 2007, en is sedertdien een onmisbare schakel geworden in het overleg tussen de fiscus en belastingplichtige.

De Fiscale Bemiddelingsdienst bemiddelt in geschillen tussen belastingplichtigen/-schuldigen en de fiscale administratie, en probeert op die manier meningsverschillen tussen hen te voorkomen.

Dit kan enerzijds in geschillen over taxaties van de FOD Financiën, namelijk in het kader van bezwaarprocedures. Anderzijds kan ook om de tussenkomst van de Bemiddelingsdienst verzocht worden in geschillen met de ontvanger omtrent de betaling van de federale belastingen.

Daarnaast beslist de Bemiddelingsdienst sedert 2019 over de kwijtschelding of vermindering van een belastingverhoging of een fiscale boete. Dit gebeurt door de afdeling CAS of Cel Administratieve Sancties.

Werking

De Fiscale Bemiddelingsdienst maakt als autonome dienst deel uit van de FOD Financiën. De dienst moet de aanvragen in alle objectiviteit, onafhankelijkheid en onpartijdigheid behandelen. De Bemiddelingsdienst streeft ernaar de standpunten van de partijen te verzoenen.

Fiscale bemiddeling inzake invordering

Zoals hierboven aangehaald kan een belastingschuldige ook om de tussenkomst van de Fiscale Bemiddelingsdienst verzoeken bij een geschil met de ontvanger omtrent de invordering van een federale belasting.

Sedert 2017 heeft een dergelijke bemiddelingsaanvraag een schorsende werking. Concreet houdt dit in dat alle invorderingsmaatregelen die een ontvanger genomen heeft, gedurende maximaal 1 maand opgeschort worden.

Deze schorsing kan een welkome adempauze betekenen, en de Bemiddelingsdienst de nodige tijd gunnen om een oplossing met het Ontvangkantoor uit te werken.

Concreet moet de Fiscale Bemiddelingsdienst binnen een termijn van 5 werkdagen vanaf de ontvangst van de aanvraag, een ontvangstbewijs uitreiken aan de aanvrager. Pas vanaf dat ogenblik kan de uitvoering geschorst worden.

Er is sprake van een onontvankelijk verzoek als:
1. de aanvraag duidelijk ongegrond is;
2. de aanvrager duidelijk geen stappen bij de betrokken bevoegde administratieve overheid heeft ondernomen teneinde de standpunten met elkaar te verzoenen.

Problemen in de praktijk

In de praktijk blijkt het in de bemiddeling met betrekking tot de invordering heel vaak mis te lopen bij, de beslissing van de Bemiddelingsdienst over de ontvankelijkheid van de verzoeken.

Zo wijst de Bemiddelingsdienst een aanzienlijk deel van de aanvragen af als onontvankelijk, en dit na overleg met het ontvangkantoor.

Dit is op vele vlakken problematisch:
1. vooreerst komt de Bemiddelingsdienst vaak eenzijdig tot haar beslissing over de ontvankelijkheid, en dit zonder dat de belastingschuldige hierbij betrokken wordt;
2. Bovendien blijkt dat deze beslissing in essentie vaak neerkomt op het meedelen van het standpunt van het ontvangkantoor aan de belastingschuldige;
3. Last but not least, het oordeel over de ontvankelijkheid is eigenlijk ook al een oordeel over de grond van het verzoek.

Van de door de wet voorziene bemiddeling en de schorsing van de uitvoering is in de praktijk dan ook te  weinig sprake.

Lees meer: Bemiddeling bij invordering: de rol van de Fiscale Bemiddelingsdienst (bloom-law.be)

Bron: Mr. Alexander Delafonteyne & Mr. Dieter Van Welden – Partners bij Bloom Law

September 2023

Vond je het interessant? Deel dit bericht:
Facebook
LinkedIn
WhatsApp
Email

Misschien vind je deze berichten ook interessant

Scroll to Top